3 SEPTEMBER 2018
Hogescholen verbaasd over aankondiging BSA maatregel
De Vereniging Hogescholen reageert met verbazing op het voornemen van minister Van Engelshoven van OCW om paal en perk te stellen aan het bindend studieadvies zonder dat er enig overleg heeft plaatsgevonden met de hogescholen en universiteiten. “Het is een unicum in de bestuurlijke verhoudingen dat zonder overleg met de instellingen een dergelijke maatregel wordt aangekondigd”, aldus Thom de Graaf, voorzitter van de Vereniging Hogescholen. Daarom dringt de Vereniging Hogescholen erop aan op korte termijn met de minister in gesprek te gaan over deze maatregel en de mogelijke gevolgen daarvan.
De minister van OCW zal vandaag bij de opening van het academisch jaar in Tilburg deze maatregel aankondigen. De maatregel behelst het stellen van een bovengrens aan het aantal studiepunten dat een student in zijn eerste studiejaar moet behalen om de studie te kunnen vervolgen. Het bindend studieadvies (BSA) zou dan maximaal 40 studiepunten mogen bedragen.
7 SEPTEMBER 2018
ESSENCE project geselecteerd als ‘success story’ door Europese Commissie
Het internationale ESSENCE project dat in 2017 is afgerond, is door de Europese Commissie als 'success story' geselecteerd. De Hogeschool Utrecht heeft met de minor Smart Sustainable Cities bijgedragen aan het onderwijs- en onderzoeksprogramma.
Success Story
'Success stories' zijn afgeronde projecten die zich hebben onderscheiden door hun impact, bijdrage aan beleidsvorming, innovatieve resultaten en/of creatieve aanpak, en zijn een bron van inspiratie voor anderen.
Het project ESSENCE is gemarkeerd als 'succesverhaal' in het Erasmus + projectresultatenplatform, een database waar projecten en projectresultaten worden verzameld die worden gesteund door de Europese Commissie in het kader van het Erasmus + -programma voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport.
ESSENCE en bijdrage Hogeschool Utrecht
ESSENCE staat voor European Solutions for Sustainable Existing and New City Environments. In het project stond innovatief, internationaal onderwijs centraal met als aandachtspunten blended learning, gebruik maken van creatieve tools in de lessen, interdisciplinariteit en ondernemerschap. Dit heeft geleid tot daadwerkelijke impact in de regio, en daarbuiten. Een voorbeeld hiervan is de nieuwe minor Smart Sustainable Cities aan de Hogeschool Utrecht.
Lees meer over het ESSENCE project op de projectpagina. Meer informatie over de minor Smart Sustainable Cities lees je hier.
10 SEPTEMBER 2018
PO-Raad en Vereniging Hogescholen: goed bewegingsonderwijs vraagt samenwerking
Kwalitatief hoogstaande gymlessen voor kinderen op basisscholen vinden de Vereniging Hogescholen en de PO-Raad cruciaal. Om kinderen meer te laten bewegen en hen gezonder en beweegvaardiger te maken, is het belangrijk dat binnen en buiten de school aan bewegen wordt gedaan. Daarbij vullen groepsleerkrachten met een leergang bewegingsonderwijs en vakdocenten elkaar aan om ervoor te zorgen dat kinderen meer bewegen op en rond de school. Tevens bepleiten PO-Raad en Vereniging Hogescholen in een brief aan de Tweede Kamer meer samenwerking tussen scholen, gemeenten en sportverenigingen om ook gezondheid buiten het onderwijs te bevorderen.
Groepsdocent en vakdocenten samen voor meer bewegen
Het wetsvoorstel van de heer Van Nispen (SP) betreft regels over de kwalificatie van leraren en het vaststellen van een minimum aantal uren voor het bewegingsonderwijs in het primair onderwijs. Het voorstel beoogt dat ieder kind op de basisschool minimaal drie uur bewegingsonderwijs krijgt per week, aangeboden door een gekwalificeerd vakdocent. De SP wil het bewegingsonderwijs verbeteren door de bevoegdheid voor het vak te beperken tot docenten die een opleiding aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) hebben voltooid. De PO-Raad en de Vereniging Hogescholen zijn het er mee eens dat deze vakdocenten van groot belang zijn om kinderen te inspireren meer te bewegen en bewegingsvaardiger te maken, maar zijn er ook van overtuigd dat een gezonde leefstijl voor kinderen meer behelst dan een paar uur gymles per week. Bevoegde groepsleerkrachten kunnen samen met vakdocenten een belangrijke rol spelen om ervoor te zorgen dat het bewegen van kinderen ook in andere lesprogramma’s wordt geïntegreerd. De ondertekenaars vinden dat beide vakbekwame leerkrachten, met ieder hun eigen specialisaties en kwaliteiten, van belang zijn om kinderen te leren bewegen én meer te laten bewegen. Juist dit gedifferentieerde aanbod kan elkaar goed aanvullen en geeft scholen de ruimte om bewegen zo in het onderwijs in te passen dat het aansluit bij behoefte en mogelijkheden.
Bewegen ook op andere manieren
Maar we moeten ons niet blindstaren op het effect van meer lesuren door uitsluitend vakleerkrachten, zeggen de sectororganisaties. Bewegingsonderwijs is niet de enige manier waarop scholen aandacht besteden aan bewegen en gezondheid. Scholen kunnen dit integreren in andere vakken, werken met de Gezonde School-aanpak en hun schoolpleinen zo inrichten dat bewegen aantrekkelijk wordt. Ook samenwerking met gemeenten en sportorganisaties is belangrijk. Beweging buiten de school moet meer gestimuleerd worden, vinden ze. De school kan het niet alleen en heeft bovendien maar voor een deel invloed op de bewegingsvaardigheid van leerlingen, zo concludeerde de Inspectie van het Onderwijs afgelopen voorjaar in een onderzoek.
Bijlage:
14 SEPTEMBER 2018
Nieuwe gedragscode wetenschappelijke integriteit voor Nederlandse wetenschap
Vandaag wordt de nieuwe versie van de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit gelanceerd. De afgelopen tijd is er door de KNAW, NFU, NWO, TO2-federatie, Vereniging Hogescholen en de Vereniging van Universiteiten intensief samengewerkt aan een grondige herziening en verbreding van de code, die al sinds 2004 bestaat. Deze herziening, inclusief een publieke consultatie, werd in goede banen geleid door een commissie onder leiding van prof. dr. Keimpe Algra. De code zal ingaan op 1 oktober 2018.
Commissievoorzitter prof. dr. Keimpe Algra: “Voor het goed functioneren van de wetenschap is wetenschappelijke integriteit van essentieel belang. Met deze nieuwe code sluit Nederland aan bij internationale ontwikkelingen op het gebied van wetenschappelijke integriteit. Ik ben er trots op dat we een code opgesteld hebben die toepasbaar is voor zowel fundamenteel als toegepast en praktijkgericht onderzoek. De nieuwe code bevat duidelijke normen die onderzoekers van veel verschillende onderzoeksorganisaties kunnen toepassen in de dagelijkse praktijk”.
Code
Enkele opvallende elementen in deze code, ten opzichte van de vorige versie, zijn:
- De nieuwe gedragscode is zo geschreven dat deze van toepassing kan zijn op zowel het publieke als het publiek-private wetenschappelijk onderzoek in Nederland. * In de gedragscode wordt nadrukkelijk ruimte geboden voor samenwerking en multidisciplinariteit: de code houdt rekening met de verschillen tussen (onderzoeks)instellingen. De gedragscode definieert vijf principes van wetenschappelijke integriteit, 61 normen voor goede onderzoekspraktijken en zorgplichten voor de instellingen.
- De zorgplichten voor de instellingen zijn nieuw in deze gedragscode. Hiermee tonen de onderzoeksorganisaties dat zij verantwoordelijk zijn voor het creëren van een werkomgeving waarbinnen goede onderzoekspraktijken worden bevorderd en geborgd.
- Bovendien maakt de nieuwe gedragscode wetenschappelijke integriteit onderscheid tussen schendingen van de wetenschappelijke integriteit, bedenkelijk gedrag en lichte tekortkomingen.
- In het laatste hoofdstuk staat beschreven hoe een instelling om moet gaan met potentiële schendingen van de wetenschappelijke integriteit.
- De code laat aan de ene kan ruimte aan de instellingen om tot een gebalanceerd oordeel te komen over potentiële schendingen van de wetenschappelijke integriteit, maar noemt de wegingscriteria die daarbij een rol spelen expliciet.
Het laatste punt maakt goed duidelijk hoe de code gezien moet worden: als een handreiking die onderzoekers en instellingen zelf kunnen en zullen toepassen. Commissielid prof. dr. Lex Bouter: “Met deze code maken de aangesloten organisaties duidelijk dat integriteit voor hen een essentieel element van de onderzoekspraktijk is. We willen dat onderzoekers kunnen werken in een open omgeving waar zij zich verantwoordelijk en aanspreekbaar voelen. Alleen als mensen dilemma’s kunnen delen en fouten kunnen bespreken, komt de wetenschap verder. Met deze code hebben we hier een bijdrage aan willen leveren.”
Samenstelling commissie
De volledige commissie bestond uit de volgende leden:
- Prof. dr. Keimpe Algra (voorzitter)
- Prof. dr. Lex Bouter
- Prof. mr. dr. Antoine Hol
- Mr. dr. Jan van Kreveld
- Dr. Daan Andriessen
- Prof. dr. mr. Catrien Bijleveld
- Prof. dr. Roberta D'Alessandro
- Prof. dr. Jenny Dankelman
- Prof. dr. Peter Werkhoven
Bijlagen: - English version - Netherlands Code of Conduct for Research Integrity (2018)
- Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit 2018
18 SEPTEMBER 2018
Bezuiniging onbegrijpelijk
"Het hoger onderwijs wordt in 2019 weer gekort door het kabinet. Dat is onverwacht en onbegrijpelijk", zegt Thom de Graaf, voorzitter Vereniging Hogescholen in reactie op de vandaag gepresenteerde begroting 2019 van het ministerie van OCW. Zonder de inzet van de studievoorschotmiddelen is in het hbo sprake van een daling van het budget als gevolg van bezuinigingen van vorige kabinetten. Het huidige kabinet heeft in het regeerakkoord daarnaast een doelmatigheidskorting opgelegd aan het hele onderwijs. Daar bovenop komt nu een extra bezuiniging van nog eens €8 miljoen voor het hbo. "Des te meer is het noodzakelijk om de studievoorschotmiddelen naar voren te halen zoals ook de VSNU bepleit", aldus De Graaf.
Studievoorschotmiddelen naar voren halen
Door de invoering van het studievoorschot is vanaf 2018 het budget verhoogd, maar de extra middelen lopen pas significant op vanaf 2021. De hogescholen hebben de afgelopen jaren al extra middelen ingezet uit hun reserves, vooruitlopend op de studievoorschotmiddelen die vanaf 2018 in de begroting van OCW werden opgenomen. In de jaren 2016 en 2017 heeft dit geleid tot een negatief resultaat voor het hbo. Door bezuinigingen van het vorige en het huidige kabinet blijft de komende jaren dit budget exclusief de studievoorschotmiddelen verder achter. Want de OCW begroting voor 2019 houdt geen gelijke tred met de studentenaantallen wat voor het hbo leidt tot een korting op het budget van €8 miljoen in 2019. Dit is tegen alle verwachtingen in, gelet op de gevoerde gesprekken over het sectorakkoord. Naast hogescholen en universiteiten maken ook de studentenorganisaties hier ernstig bezwaar tegen.
"De financiële onzekerheid van de hogescholen is door het ontbreken van een solide begrotingsbeleid een punt van zorg en er is minder geld per student beschikbaar.Daarom steunen we het voorstel van de VSNU om de studievoorschotmiddelen versneld in te zetten. Investeer nu, in deze kabinetsperiode, en niet pas na het afstuderen en stop met korten", roept De Graaf op.
Investeer meer in onderzoek
Ook pleiten de hogescholen ervoor dat de middelen voor onderzoek zouden moeten groeien. De hogescholen bieden praktijkgericht onderzoek aan dat ten dienste staat aan de toepassing in de praktijk en is gerelateerd aan de beroepsgerichte opleidingen die zij aanbieden. Momenteel zijn de middelen uit de eerste geldstroom daarvoor beperkt: circa 150 euro per student in het hbo, terwijl de onderzoekscapaciteit van de hogescholen verder toeneemt en de behoefte aan innovatieve oplossingen voor maatschappelijke problemen steeds groter wordt.
Gedeelde zorg over arbeidsmarkttekorten
Er doen zich grote tekorten voor aan hbo-opgeleide technici, verpleegkundigen en leraren. De hogescholen doen hun uiterste best om de arbeidsmarkttekorten te helpen oplossen, samen met overheid en werkgevers. "Zo neemt de zij-instroom voor de pabo-opleidingen significant toe en laten vanaf het collegejaar 2019-2020 alle hogescholen in Nederland de numerus fixus voor de bacheloropleiding Verpleegkunde los. De zeventien hogescholen werken samen met zorginstellingen in hun regio voortdurend aan passende oplossingen voor ontwikkelingen in het beroepenveld, zoals in de zogenaamde Regionale Actieplannen Aanpak Tekorten (RAAT)", aldus De Graaf.
24 SEPTEMBER 2018
Hogescholen presenteren antwoord op valorisatieprogramma
Op 24 september heeft Thom de Graaf, voorzitter Vereniging Hogescholen, het rapport Meer waarde met hbo, doorwerking praktijkgericht onderzoek van het hoger beroepsonderwijs aangeboden aan Marcelis Boereboom, directeur-generaal OCW en Bertholt Leeftink, directeur-generaal EZK. In het rapport geven hogescholen een antwoord op het valorisatieprogramma met een eigen en zelfbewuste hbo-bijdrage aan maatschappelijke waardecreatie van praktijkgericht onderzoek. Thom de Graaf: "Enerzijds zou je kunnen zeggen dat door onze opdracht om innovatieve professionals op te leiden voor een beroepspraktijk we per definitie zorgen voor maatschappelijke benutting van onze kennis en wat wij doen dus valorisatie pur sang is. Tegelijkertijd doet het credo “kennis – kunde – kassa” voor het hbo geen opgeld. Vandaar dat de term doorwerking beter bij ons past."
Op de lunchbijeenkomst van Regieorgaan SIA en de Vereniging Hogescholen, waar het rapport werd uitgereikt, is uitgebreid gesproken over een van de vele vormen van doorwerking, namelijk door samenwerking met het mkb. De Vereniging Hogescholen en Regieorgaan SIA hebben de ambitie deze samenwerking verder aan te jagen en te verankeren.
Tijdens de bijeenkomst met vertegenwoordigers van brancheorganisaties, Kamerleden, kennisinstellingen en bestuurders werden een aantal bijzondere cases van succesvolle samenwerking tussen hogescholen en mkb gepresenteerd en werd verder gesproken over de mogelijkheden om met praktijkgericht onderzoek van het hbo van meerwaarde te zijn voor het mkb en vice versa.
Bijlage:
25 SEPTEMBER 2018
UAS4EUROPE presenteert Horizon Europe-paper
Op 25 september jl. vond het jaarlijks terugkerende Croissant Event van UAS4EUROPEplaats. Deze editie werd gehost bij de Nederlandse Permanente Vertegenwoordigingin Brussel en ging in op de rol van hogescholen binnen het nieuwe kaderprogramma, Horizon Europe. Dit evenement volgt op de bestuurlijke missie naar Brussel die eind juni heeft plaatsgevonden. Tijdens deze missie is o.a. gesproken met de nieuwe DG Onderzoek & Innovatie van de Europese Commissie (EC), Jean-Eric Paquet (zie ook dit bericht, waarbij onder meer de publicatie Impact in Europe is overhandigd).
Impact hogescholen
In zijn openingstoespraak illustreerde ambassadeur Ronald van Roeden de impact van hogescholen aan de hand van een concreet Horizon 2020-project: XoSoft. Dit project is mede tot stand gekomen door Saxion en richt zich op het verbeteren van mobiliteit onder personen met een fysieke beperking. Na deze opening presenteerde Henrik Wolff, vertegenwoordiger van UAS4EUROPE, de visie van het netwerk op het Horizon Europe-voorstel van de EC. Dit onderzoeksprogramma zal van 2021 t/m 2027 lopen, waarmee een voorgesteld budget van 94 miljard gemoeid gaat.
Ophogen budget
Hoewel UAS4EUROPE het voorstel van de EC in grote lijnen verwelkomt , en de focus op impact-gedreven onderzoek ondersteunt, werden ook een aantal aanbevelingen meegegeven. Om als Europa in de voorhoede van de ‘global competition for research and innovation’ te blijven bepleit UAS4EUROPE onder andere een ophoging van het budget van Horizon Europe tot tenminste 120 miljard. Daarnaast staat inclusie van praktijkgerichte onderzoekers hoog op de agenda. Niet alleen in nieuwe elementen binnen het HE-voorstel, maar ook door gebruik te maken van bestaande instrumenten zoals de Marie Skłodowska-Curie Actions. (Zie ook: Position Paper On Horizon Europe - UAS4Europe)
Eerlijke kans
Tijdens de daaropvolgende paneldiscussie gaf Europarlementariër Angelika Niebler aan dat nieuwkomers een eerlijke kans verdienen in Horizon Europe, wat verder werd onderstreept door Fabienne Gautier (Head of Unit DGRTD / EC): “We need to move away from the silo-based approach”.
Het wordt in toenemende mate van belang geacht dat onderzoeksresultaten in de praktijk toegepast kunnen worden. Daar ligt ook een sleutelrol voor praktijkgericht en interdisciplinair onderzoek: “UAS are needed to transfer results from research into innovation”, aldus Johann Kastner (UAS Upper Austria). De toegenomen focus op impact en innovatie in het voorstel van Horizon Europe biedt kansen voor praktijkgericht onderzoek.
Om de ambities van de Europese Commissie te kunnen behalen, en daarmee de stip aan de Horizon van Europa te bereiken, is actieve deelname van hogescholen in het komende kaderprogramma onontbeerlijk!
Meer informatie
Bezoek de websites van Horizon Europe of UAS4EUROPE voor meer informatie, of neem contact op met Sander Hees, beleidsadviseur internationalisering, Vereniging Hogescholen (e-mail).
26 SEPTEMBER 2018
Thom de Graaf kijkt terug bij afscheid Vereniging Hogescholen
Vandaag neemt Thom de Graaf afscheid als voorzitter van de Vereniging Hogescholen. Speciaal voor zijn afscheid blikt De Graaf in "Een voorzitter kijkt terug" terug op 7 jaar voorzitterschap, op wat er is gebeurd en bereikt in het hbo.
De Graaf maakt in zijn essay een reis door de tijd, beginnend in 2012. Hij beschrijft hierin hoe hij het hbo aantrof om vervolgens aangekomen in het najaar van 2018 te kunnen omzien en te realiseren uit welk dal het hoger beroepsonderwijs is opgeklommen en hoe goed het hbo er nu voorstaat. Een paar voorbeelden daarvan lichten we hier onder uit:
De kwaliteit van het onderwijs en van de toetsing en examinering is met sprongen omhoog gegaan en staat vandaag de dag op geen enkele manier meer ter discussie.
Er zijn geen nieuwe prestatie-afspraken gemaakt. De prestatieafspraken van 2012 en de instelling van een reviewcommissie die namens de minister de instellingen bij de start, tussentijds en na afloop de maat kwam nemen met mogelijk financiële sancties, waren in de ogen van De Graaf een trefzeker voorbeeld van doorgeschoten 'new public management', en een gebrek aan vertrouwen voor de instellingen zelf. De in het sectorakkoord opgenomen kwaliteitsafspraken, die de instellingen zelf maken met hun medezeggenschapsorganen en de relevante stakeholders in regio en beroepsgroepen, zijn aanmerkelijk zinvoller en worden bovendien door het hoger onderwijs echt gedragen in plaats van bovenaf opgelegd.
Ook is er aantoonbaar een betere verhouding van het hoger beroepsonderwijs met de de omgeving ontstaan. Op regionaal niveau zijn hogescholen met hun brede sectoroverstijgende opleidingenaanbod, zichtbare lectoraten, Centres of Expertise en andere aansprekende vormen van praktijkinterventie natuurlijke samenwerkingspartners geworden van overheden, beroepspraktijk, bedrijven en maatschappelijke instellingen. De hogeschool wordt inmiddels gezien als een regionaal kennisontwikkelingscentrum.
De samenwerking met de VNSU is verstevigd en de relatie is goed. Op veel terreinen blijkt het mogelijk om gemeenschappelijke standpunten in te nemen en met door beide sectoren gedragen visies te komen, zoals bijvoorbeeld onze recente internationaliseringsvisie of de digitale versnellingsagenda.
En het praktijkgericht onderzoek zit echt in de lift. Heeft het hbo-onderwijs in het laatste decennium een kwaliteitssprong gemaakt, het onderzoek op hogescholen is vooral in volume en relevantie indrukwekkend toegenomen; het toegenomen aantal lectoraten (700 lectoren), en de inmiddels enkele duizenden onderzoekers, docent-onderzoekers en promovendi verbonden aan de lectoraten. In nauwe verbinding met de lectoraten zijn fieldlabs, living labs en Centres of Expertise ontstaan waarin hogescholen regionaal samenwerken aan de beantwoording van innovatievragen uit de beroepspraktijk.
Uitdagingen voor de toekomst
Er wachten volgens De Graaf nog een aantal grote opgaven voor het hbo. Zoals verdere internationalisering of het tegengaan van segregatie op hogescholen in grootstedelijke gebieden. Het studentenwelzijn vraagt meer aandacht; de bekostiging gaat wellicht grondig op de schop, maatschappelijke tegenstellingen kunnen ook op hogescholen tot polarisatie leiden en ook zal een sterkere maatschappelijke profilering van het hbo gepaard moeten gaan met nog meer aandacht voor interne kwaliteitszorg en integriteitsborging van het onderzoek. Met de uitspraak "Wat een mooie baan" sluit De Graaf 7 jaren hbo af.
Zie ook: Toespraak van minister Van Engelshoven bij het afscheid van Thom de Graaf als voorzitter van de Vereniging Hogescholen, op 26 september 2018, te Den Haag
Bijlagen: