1 FEBRUARI 2018
Nog nooit zoveel studenten in het hbo
De instroom in het hbo in het studiejaar 2017-2018 is met 5,5% gegroeid ten opzichte van het jaar ervoor. De groei is zichtbaar in alle sectoren van het hbo en bij elk opleidingstype (bachelor, master en Associate degree) en elke opleidingsvorm (voltijd, deeltijd en duaal). De instroomgroei is het grootst in de sector gezondheidszorg (+9,0%). Bij de Associate degree opleidingen (Ad) is de instroom met 32,6% (+1.204 studenten) gestegen ten opzichte van studiejaar 2016-2017. Het aantal afgestudeerden steeg met 3,9% naar 73.964 afgegeven diploma’s. Het totaal aantal ingeschreven hbo-studenten is nog nooit zo groot geweest. Thom de Graaf, voorzitter van de Vereniging Hogescholen: ‘Dat èn de instroom èn het aantal diploma’s zo groeien is goed nieuws. Het is een teken van vertrouwen in ons onderwijs, dat ook wordt ondersteund door uitstekende kwaliteitsbeoordelingen van de NVAO en de tevredenheid van onze studenten’.
Aantallen mbo'ers èn vwo'ers stijgen
Uitgesplitst naar vooropleiding is er een grote groei te zien in de instroom vanuit het mbo. De instroom vanuit het vwo is stijgt weer met 2,9% na jaren van daling. De Graaf: ‘De rol van hogescholen als emancipatiemotor wordt met de grotere instroom vanuit het mbo bevestigd. De begeleidingstrajecten die gelijke kansen in het hoger onderwijs bevorderen werpen hun vruchten af.’
Sector gezondheidszorg groeit met 9%
De instroomgroei is het grootst in de sector gezondheidszorg (+9,0%). En ook het aantal afgestudeerden is het hoogst en groeit met maar liefst 12,8%. Het aantal diploma’s bij de opleiding verpleegkunde springt er uit met een groei van maar liefst 28,2%. ‘Dat er dit jaar zoveel meer afgestudeerden verpleegkunde zijn is goed nieuws voor de sector die met tekorten kampt’, aldus De Graaf.
Associate degree in opmars
De groei van de instroom per type opleiding is bij de Associate degree het grootst, 32,6% (19,2% in 2016-2017). De aandacht voor Associate degree opleidingen en het toenemende aanbod daarvan leidt voor het tweede jaar op rij tot een stevige groei. Naast de bachelor en masteropleiding heeft de Associate degree opleiding (Ad) sinds 1 januari 2018 een volwaardige positie als hbo-opleiding met een zelfstandige arbeidsmarktkwalificatie. ‘We zien de belangstelling voor de tweejarige Ad-opleiding onder werkenden en mbo-4 studenten toenemen en we voldoen daarmee aan een vraag op de arbeidsmarkt. De sterke groei van de instroom bevestigt dit’, aldus De Graaf.
Zie ook:
Er is weer vertrouwen in het hbo, zelfs bij vwo’ers - Interview Trouw met Thom de Graaf, voorzitter Vereniging Hogescholen, n.a.v. de instroomcijfers hbo 2017-2018
Bijlage(n):
12 FEBRUARI 2018
Benoeming leden Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie
Drs. Nienke Meijer (Fontys hogescholen) en Prof. dr. Jos Benschop (ASML) worden beiden lid van de Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie (AWTI). De ministerraad heeft besloten hen voor te dragen voor benoeming. De heer Benschop is per 1 januari 2018 toegetreden tot de adviesraad, mevrouw Meijer treedt per 1 mei 2018 toe. Beiden zijn benoemd voor een periode van vier jaar.
Nienke Meijer is sinds 2013 voorzitter van het College van Bestuur van Fontys Hogeschool. Naast haar functie is zij ook lid van de Raad van Toezicht van het LUMC en lid van de Raad van Commissarissen van Deloitte.
Jos Benschop is sinds 2011 senior vice president technology bij ASML. Ook is hij bijzonder hoogleraar Industriële Natuurkunde aan de Technische Universiteit Twente.
Benschop en Meijer volgen respectievelijk Martin Schuurmans en Valerie Frissen op.
De AWTI richt zich op kennisontwikkeling en innovatie, op het beleid daarvoor en op de factoren die deze processen beïnvloeden. Vaak adviseert de raad over de voorwaarden waaronder kennisontwikkeling en innovatie plaatsvinden, bijvoorbeeld over de financiering van onderzoeksinstellingen. De raad adviseert daarnaast over de maatschappelijke en economische gevolgen van wetenschap, technologie en innovatie.
23 FEBRUARI 2017
Blog: Grenzeloze professional
Dit blog is geschreven door Bert Schroën (directeur Faculteit Bèta Sciences & Technology, Zuyd Hogeschool) in voorbereiding op het #hbodiscours Toekomstgericht opleiden van 7 maart 2018. Wilt u ook deelnemen aan het debat, meld u dan aan via het aanmeldformulier.
De hbo-sector staat voor uitdagende opgaven. Daarbij staat het opleiden tot grenzeloze professionals centraal. Professionals die wendbaar en weerbaar zijn. Klaar voor de toekomst.
Zowel voor leerlingen uit vo en mbo als voor de werkenden geeft grenzeloosheid vorm aan onderwijs en onderzoek. Grenzeloosheid in geografische zin én in de zin van over de grenzen van disciplines heen. De maatschappelijke uitdagingen van de regio zijn daarbij het vertrekpunt.
Vele rapporten laten zien dat onze samenleving vraagt om een breed georiënteerde hoger opgeleide die met zijn vakmanschap maatschappelijke vraagstukken integraal benadert en mee oplost. De maatschappij vraagt niet meer om een hoger opgeleide die vanuit zijn eigen specifieke discipline een puur disciplinaire oplossing biedt voor een geïsoleerd deelprobleem. De hoger opgeleide van de toekomst heeft sterk oog voor de maatschappelijke context en zet de mens centraal.
Verder is de arbeidsmarkt veel dynamischer geworden in de laatste decennia. Mensen werken niet meer hun hele leven voor één werkgever in één en dezelfde baan. De mobiliteit neemt toe en mensen veranderen frequenter van functie. Dit zijn de voornaamste ingrediënten van een nieuw beroepsprofiel van hoger opgeleiden.
Als wij willen dat de hoger opgeleiden voldoen aan het geschetste beroepsprofiel, dan dienen wij de studenten van nu te gaan voorbereiden op een meer diverse carrière, waarin onderzoekend vermogen en een ondernemende houding een eminente rol spelen om betekenisvol te zijn en te blijven. Het hbo dient dit te laten doorklinken in de organisatie van haar curricula en in haar onderzoek, in de professionalisering en rekrutering van haar docenten-onderzoekers, in haar leiderschap en in een versterking van haar strategisch vermogen.
De daarvoor benodigde continue ontwikkeling omarmen wij samen met het ons omringende bedrijfsleven en de overheid. In deze triple helix is het besef dat in het huidig tijdsgewricht opleiden alleen voor vandaag en morgen niet meer toereikend is. De ontwikkelingen gaan hiervoor te snel. Het hbo ontwikkelt zich daardoor van een onderwijsinstelling naar een kennisinstelling die onderwijs verzorgt in contextrijke leeromgevingen en die samen met de beroepspraktijk diezelfde beroepspraktijk innoveert.
Het hbo staat voor de uitdaging vanuit een traditionele CROHO-inrichting de transitie in te zetten en te organiseren naar expertisegebieden. Deze expertisegebieden vullen sterke opleidingsroutes door het aanbieden van modules op basis van leeruitkomsten. Studenten kunnen daardoor leerroutes kiezen die flexibel zijn en waarbij hun ontwikkeling centraal staat. Een uitdagende opgave dus, maar wel een opgave die we als hbo met veel enthousiasme aangaan.
Bert Schroën (directeur Faculteit Bèta Sciences & Technology, Zuyd Hogeschool)
25 FEBRUARI 2018
Hoger onderwijs en mbo brengen bezoek aan CERN in Zwitserland
Nederlandse studenten en onderzoekers zijn ondervertegenwoordigd bij CERN - European Organization for Nuclear Research. Terwijl Nederland op basis van de contributie meer zou mogen leveren. Naar aanleiding daarvan heeft de Vereniging Hogescholen, samen met de VSNU en de MBO Raad, op 23 februari jl. op uitnodiging van prof. Sijbrand de Jong, President CERN Council en Jos Rokx, ministerie van OCW, een werkbezoek gebracht aan CERN. Daaruit is onder meer gebleken dat Nederland wat betreft stagiaires, onderzoeksstaf (o.a. fellows) en ondersteunend personeel nog een inhaalslag heeft te maken bij CERN.
De Nederlandse delegatie bestond uit vertegenwoordigers vanuit VSNU, Vereniging Hogescholen en MBO Raad, en stond onder leiding van Pieter Duisenberg (voorzitter VSNU). Vanuit de vereniging waren Jan Bogerd (lid bestuur, sector Bètatechniek) en Carola Hageman (plv. directeur) aanwezig. Het programma voorzag in een uitgebreide rondleiding en toelichting bij de diversie CERN onderdelen, o.a. CERN Council, LHC, LHC tunnel, ATLAS, ISOLDE, CERN Data Centre.
Vertegenwoordiging
Diverse Nederlandse hoogleraren en onderzoekers werken vast of incidenteel in CERN en dat Nederland ook goed vertegenwoordigd is in het management en de Council. Maar Nederland is ondervertegenwoordigd waar het gaat om stagiaires, onderzoeksstaf (o.a. fellows) en ondersteunend personeel. Die laatste categorie bestaat niet alleen werktuigbouwkundigen en elektrotechnici die de machines aan de praat houden maar betreft ook administratief, commercieel, communicatie personeel.
Student Progamme
Studenten uit Nederland kunnen zich voor diverse programma’s inschrijven: Technical/Administrative student programme, Summer students programme, Technica Training Experience. Studenten vanuit hbo en mbo zijn zeer welkom bij CERN, niet enkel om te participeren in toponderzoek maar ook in de ondersteuning (Technical Training Experience, Admin Students Programme).
Teacher Programme
In CERN komen jaarlijks ook veel docenten uit het voortgezet onderwijs, met name om hun kennis ten aanzien van moderne natuurkunde te updaten. Het verdient aanbeveling om ook teacher programmes te starten voor docenten aan hogescholen.
CERN
CERN is niet enkel een onderzoekslaboratorium maar een omvangrijk industrieel complex waarin een groot circuit van 30 km (deeltjesversneller) en enkele kleinere circuits. Daarnaast zijn er diverse onderzoekslabs waar de deeltjes (en dan met name de botsingen) worden bestudeerd. Er werken 2500 stafleden en 1800 ondersteuners; er maken jaarlijks 13.000 onderzoekers gebruik van de labs. Het jaarbudget is 1.1 miljard CHF. Dat budget is voor de infrastructuur, niet voor het onderzoek. Er participeren 22 landen, en daarnaast associate members en gebruikers.
Foto CERN: Maximilien Brice/CERN
28 FEBRUARI 2018
Sleutelrol voor hogescholen bij Negende Kaderprogramma Europese Commissie
Hogescholen door heel Europa spelen een sleutelrol bij het verwezenlijken van de ambities die zullen worden gesteld in het nieuwe Negende Kaderprogramma (KP9), aldus Kurt Vandenberghe, director for Policy Development bij de Europese Commissie. Om het succes van praktijkgericht onderzoek te etaleren, maar tegelijkertijd inzichtelijk te maken waar bestaande knelpunten liggen bij het indienen van Horizon2020 projectaanvragen, organiseerde UAS4EUROPE vandaag een ‘croissant-event’ in Brussel.
Beleidsmedewerkers, bestuurders en onderzoekers vanuit verschillende Europese landen schoven aan om te praten over de toekomst van het volgende kaderprogramma, gericht op de specifieke rol die hogescholen daarin kunnen spelen.
Ervaring Hogeschool Zuyd
Na een welkomstwoord door de Zwitserse ambassadeur in Brussel, Urs Bucher, en de huidige voorzitter van UAS4EUROPE, Luciana Vaccaro, deelde Nurhan Abujidi, onderzoeker van Hogeschool Zuyd, haar ervaringen bij het indienen van projectaanvragen binnen het huidige Horizon 2020-programma. Daarbij werd niet alleen ingegaan op het succes van het project, maar juist ook op de uitdagingen die zij in haar dagelijkse werk tegenkomt. Ondanks deze uitdagingen gaf Vandenberghe in reactie aan dat we het succes van Horizon 2020 niet uit het oog moeten verliezen: “Europe is back on the scene”.
Succesratio aanvragen
Vanuit de Europese Commissie bestaat een breder gedragen steun voor het uitbreiden van de middelen voor onderzoek en innovatie. De daarbij meest voordehand liggende scenario’s gaan ervan uit dat er een toename in het budget door de EC zal worden bepleit van 50% of zelfs 100% ten opzichte van het vorige onderzoeksprogramma. Tegelijkertijd werd aangegeven dat de succesratio bij het indienen van H2020-aanvragen nog erg laag ligt; in de eerste drie jaar tijd zijn er op 115.000 Horizon-voorstellen, 14.000 projectaanvragen gehonoreerd. Dit type weeffouten zullen in het nieuwe kaderprogramma moeten worden opgelost. Om te kunnen voldoen aan de gestelde ambities, bepleit UAS4EUROPE een verhoging van het KP9-budget tot 120 miljard.
Breakthrough innovation
Desalniettemin mag Europa de kans niet laten liggen om via impact-gedreven onderzoek steviger in te zetten op de juiste vormen van ‘breakthrough innovation’. Daarmee zal meer worden geïnvesteerd in duurzame ontwikkeling op het continent. Daarbij werd aangegeven dat het in toenemende mate van belang is om, naast de Europese toegevoegde waarde, burgers directer te betrekken bij en informeren over het innovatieve onderzoek dat wordt uitgevoerd met behulp van EU-middelen. UAS4EUROPE heeft daarin een belangrijke rol te vervullen als verbindende factor tussen regio’s en sectoren, maar ook tussen verschillende lagen van de Europese samenleving.
Zie ook: UAS4EUROPE: Belangrijke rol voor hogescholen in KP9 - 19 september 2017
Op 1 maart 2018 wordt Nurhan Abujidi geïnstalleerd als lector. Haar rede heeft als titel 'Places for People: Towards a new identity for Limburg'.
Bijlage(n):