Januari
Februari >
16 JANUARI 2018
Student? Vul ook de Nationale Studenten Enquête 2018 in!
De Nationale Studenten Enquête 2018 (NSE) is van start gegaan. Deze week worden 744.942 studenten via e-mail uitgenodigd om hun mening te geven over hun opleiding. Aan de NSE 2018 doen 73 hogescholen en universiteiten mee.
Vragen
Studenten worden gevraagd een vragenlijst in te vullen en hun oordeel te geven over verschillende aspecten: de inhoud van de opleiding, verworven vaardigheden, voorbereiding op de beroepsloopbaan, docenten, informatie vanuit de opleiding, studiefaciliteiten, toetsing en beoordeling, studieroosters, studielast en studiebegeleiding.
Respons
De NSE is een grootschalig landelijk onderzoek waarin jaarlijks bijna alle studenten in het hoger onderwijs worden uitgenodigd om hun mening te geven over hun opleiding. Dit gebeurt massaal: de respons is gemiddeld ruim 38%, wat betekent dat 1 op de 3 studenten zijn opleiding beoordeelt.
Objectief
Objectieve informatie over opleidingen en instellingen draagt bij aan de kwaliteit en transparantie van het hoger onderwijs. Vanuit die gedachte heeft het ministerie van OCW in overleg met de hoger onderwijsinstellingen aan Studiekeuze123 de opdracht gegeven om de Nationale Studenten Enquête te organiseren. Het doel van de NSE-vragenlijst is tweeledig: deze dient voor zowel studiekeuze-informatie voor studiekiezers als beleidsinformatie voor bestuurders en kwaliteitszorgmedewerkers.
Lijst met deelnemende instellingen NSE 2018
17 JANUARI 2018
Echte meerwaarde hbo is de maatschappelijke waarde
Vandaag vond de nieuwjaarsreceptie van de Vereniging Hogescholen plaats met als thema ‘Meerwaarde van het hbo'. Thom de Graaf, voorzitter van de Vereniging Hogescholen, opende de bijeenkomst met een betoog over de meerwaarde van het hbo. "De echte meerwaarde van het hbo is de maatschappelijke waarde die verder gaat dan het aanleren van vaardigheden en kennis om als professional te kunnen functioneren". Minister Ingrid van Engelshoven sprak in haar toespraak vooral haar vertrouwen uit in de kwaliteit van het hbo en de emancipatiefunctie van de instellingen. "Toegankelijkheid is voor mij prioriteit", aldus de minister van OCW.
Maatschappelijke waarde van het hbo is de echte meerwaarde
De Graaf: "Ik geloof dat de meerwaarde van ons hoger beroepsonderwijs, de echte meerwaarde, een maatschappelijke waarde is die verder gaat dan het aanleveren van vaardigheden en kennis om als professional te kunnen functioneren. Het hbo heeft geen bestaansrecht als we geen bijdrage leveren aan de Nederlandse kenniseconomie. Het is belangrijk dat wij zelfstandige hoogwaardige professionals opleiden en dat wij voldoen aan de vraag van de arbeidsmarkt, net zoals we ons best moeten doen om studenten in de studie te houden zodat ze die ook in redelijke tijd afmaken. Maar onze onderwijsopdracht bestaat uit meer en de meerwaarde van het hoger onderwijs - van ons en ook van de universiteiten - kan niet slechts gemeten worden aan hand van meetlatten die enkel toezien op het economisch belang."
Voorop lopen in coöperatieve samenwerking
De Graaf haalde in zijn toespraak oud VU-voorzitter en hoogleraar Jaap Winter aan die het begrip Bruto Academische Waarde introduceerde: de toegevoegde waarde van het hoger onderwijs aan de samenleving strekt veel verder dan het aanvinken van het prestatielijstje. In een recent interview wees Winter bovendien op 'ontzielde ondernemingen' en pleitte voor nieuwe vormen van governance in het bedrijfsleven waarin niet alleen aandeelhouders, maar ook werknemers, klanten, leveranciers en vertegenwoordigers van de gemeenschap meepraten en meebeslissen over de koers van de onderneming. "Ook voor het hoger onderwijs is zo'n coöperatieve gedachte hoogst interessant", aldus De Graaf, "laten wij daarin ook voorop lopen!"
Wederzijds vertrouwen is onmisbaar
De Graaf heeft er vertrouwen in dat de minister van OCW samen met studenten en instellingen een nieuw pad in gaat slaan waarin juist de dialoog met de samenleving en de ruimte voor het hele verhaal van het hbo de milestones vormen. De minister van OCW, Ingrid van Engelshoven, bevestigde in haar toespraak deze keuze. Zij wil een kanteling maken in het maken van afspraken tussen de overheid en de instellingen waarbij verantwoording richting elkaar het uitganspunt is, als partners onderling. Daarbij verlegt zij de focus van prestaties en rendement op korte termijn naar kwaliteit op de lange duur. "Het is de student die moet merken dat het onderwijs beter wordt, dankzij de investering van de studievoorschotmiddelen", aldus Ingrid van Engelshoven. De minister heeft een sterk geloof in het maken van 'eigen' afspraken tussen instellingen, docenten, studenten en het werkveld.
Zie ook: jaarcongres Vereniging Hogescholen 2018 - 'Meer waarde met hbo'
Bijlage(n):
Hogescholen hebben fors geïnvesteerd in onderwijskwaliteit
De Vereniging Hogescholen heeft kennis genomen van het vandaag gepubliceerde rapport van de Algemene Rekenkamer over de voorinvesteringen van het HO in de kwaliteit van het onderwijs.
Voorzitter Thom de Graaf benadrukt dat hogescholen fors hebben geïnvesteerd in de kwaliteit van het onderwijs door hun reserves stevig aan te spreken. Wel zet hij de nodige vraagtekens bij de criteria die de Algemene Rekenkamer achteraf heeft geformuleerd om de afspraken tussen de minister en de hogescholen te toetsen. De Graaf: “De aanbevelingen uit het rapport van de Algemene Rekenkamer bieden niettemin goede lessen voor de toekomst.”
De hogescholen hebben uit de eigen middelen een kwaliteitsimpuls gefinancierd in de periode 2015-2017, vooruitlopend op de opbrengsten van het studievoorschot vanaf 2018. De door het HO geïnvesteerde 860 miljoen euro is zo ten goede gekomen aan een verdere kwaliteitsimpuls van het onderwijs.
Door de hogescholen is een globale afspraak gemaakt met de minister over de inzet van die studievoorschotmiddelen; de omvang en besteding van de middelen werden afhankelijk gesteld van de situatie van elke hogeschool. Dankzij die afspraak hebben hogescholen zichzelf verantwoordelijk gemaakt voor de invulling en konden zij hier snel een decentrale invulling aan geven. De hogescholen hebben daardoor een enorme kwaliteitsimpuls aan het onderwijs gegeven, zoals meer docenten, meer begeleiding van studenten, investeringen in onderwijsfaciliteiten die rechtstreeks ten goede komen aan de studenten. De positieve resultaten die bereikt zijn met de kwaliteitsimpuls van het onderwijs door de voorinvesteringen van de studievoorschotmiddelen zijn op hoofdlijnen bevestigd. De studievoorschotmiddelen werden met de vrijwillige toezegging van het HO aan de minister van OCW ingezet.
De strikte definities die de ARK in haar eindrapport hanteert voor wat betreft de interpretatie van die toezegging van de studievoorschotmiddelen wijken af van de afspraken die zijn gemaakt met de minister en van de individuele invulling van de hogescholen. Deze definities zijn pas gaandeweg het onderzoek door de onderzoekers opgesteld, nadat de hogescholen bevraagd waren, maar zonder deze te verifiëren of te onderzoeken of deze interpretatie door hen gedeeld werd.
Hogescholen nemen de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer ter harte om in dialoog met de medezeggenschap de volgende stappen vorm te geven. Niet alleen voor de verdere vormgeving van de afspraken over een goede inzet van de studievoorschotmiddelen maar in generieke zin om goed onderwijs en praktijkgericht onderzoek te bieden aan de samenleving met álle publieke middelen die ons ter beschikking staan.
Brief Vereniging Hogescholen aan Algemene Rekenkamer
26 JANUARI 2018
Hogeronderwijsinstellingen slaan handen ineen voor inclusiever onderwijs
NHL Stenden Hogeschool, Vrije Universiteit Amsterdam en Universiteit Leiden hebben 25 januari jl. een intentieverklaring ter bevordering van de implementatie van het VN-verdrag inzake de Rechten van personen met een handicap. De ondertekening vond plaats bij de Vereniging Hogescholen in aanwezigheid van voorzitter Thom de Graaf, het College voor de rechten van de mens, het landelijk programmabureau voor het VN-verdrag, VNG, VSNU en Expertisecentrum handicap + studie.
Inclusieve onderwijsinstelling
De intentieverklaring bevat een gezamenlijke ambitie waarin de partijen afspreken een inclusieve onderwijsinstelling te willen zijn, waar elke student op voet van gelijkheid met andere studenten aan het onderwijs deelneemt en elke student ongeacht achtergrond zich welkom en geaccepteerd voelt. Met het ondertekenen van de verklaring wordt het startsein gegeven om actief aan de slag te gaan met het inrichten van inclusief onderwijs. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar flexibiliteit in het curriculum, deskundigheidsbevordering van alle medewerkers en informatievoorziening en internationalisering.
Thom de Graaf, voorzitter Vereniging Hogescholen, verklaarde bij deze gelegenheid: "Het gaat om meedoen. Dat vraagt vooral ook aandacht voor cultuur en acceptatie. Dat begint bij de top van de instellingen en de wil om het uit te dragen."
Instellingen
NHL Stenden is per 1 januari 2018 gefuseerd. Klaas Wybo van der Hoek, lid College van Bestuur: "Als nieuwe organisatie hebben we de kans om ‘inclusiviteit’ goed te laden. Het krijgt een plaats in de beleidsstukken en het moet vanzelfsprekend in de genen terecht komen van de medewerkers en studenten. Het gaat om het herkennen én erkennen van studenten. Om de vorming van een community."
Jeroen ’t Hart, directeur Expertisecentrum SOZ van de Universiteit Leiden: "In het buitenland merk ik dat we in Nederland ver achter lopen als het gaat om omgaan met diversiteit. We gaan samen met studenten kijken wat hun grootste prioriteiten zijn. Die gaan we komend jaar het eerst aanpakken."
"Op het gebied van digitale toegankelijkheid is het adagium: hoe simpeler, hoe beter. We streven naar een goed amalgaan tussen de fysieke en digitale wereld en mogelijkheden. Studeren met een beperking moet daar onderdeel van zijn. Dan heb je geen apart beleid meer nodig", aldus Guus Schreiber, decaan Faculteit der Bètawetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam.
Sluit ook aan!
De ondertekenende instellingen gaan aan de slag. Het Expertisecentrum handicap + studie en het landelijk programmabureau voor het VN-verdrag bieden hierbij ondersteuning. Hogeronderwijs-instellingen die geïnteresseerd zijn kunnen zich aansluiten bij dit initiatief en de werkgroep.