4 september 2017
Ruimte geven en verantwoordelijkheid nemen
Vandaag sprak Thom de Graaf, voorzitter van de Vereniging Hogescholen, tijdens de opening van het studiejaar van de Politieacademie over het thema “ruimte geven, resultaat verwachten”. “Wie resultaten verwacht, moet niet opleggen maar stimuleren, faciliteren en vertrouwen schenken. Een les die iedere ouder leert maar in Den Haag vaak wordt vergeten”, aldus de Graaf.
In zijn speech voedde de Graaf het discours rond toenemende processturing en protocoldruk bij de politie en het onderwijs, terwijl daartegenover de benodigde ruimte voor professionals om te handelen en vooral verantwoording af te leggen nodig is. Vanuit verschillende ervaringen uit het verleden (oa minister en burgemeester) en vanuit zijn huidige rol beschouwde de Graaf met een positief kritische blik de ontwikkeling bij de Nationale Politie en het hoger beroepsonderwijs.
Nauwere banden tussen hogescholen en de Politieacademie
De meerwaarde van het hbo is de afgelopen jaren sterk gestegen, in kwaliteit en in maatschappelijke erkenning. De lat is hoger gelegd, van studenten wordt meer gevraagd en van docenten ook. De ontwikkelingen gaan snel: meer brede bachelors, meer differentiatie met associate degrees, meer bekostigde masters, veel promovendi in de hogeschool, een forse impuls in onderzoek maar ook in excellentietrajecten, grote investeringen in digitalisering en internationalisering en dus in de hoogwaardige professionele toekomst van onze studenten.
Om die reden vindt de Graaf dat een nauwere verbinding tussen het reguliere hbo en het hogere politieonderwijs voor de hand ligt, met respect voor ieders eigenheid. Het bestuur van de Vereniging Hogescholen zal daarom de Algemene Vergadering van de Vereniging Hogescholen voorstellen om de Politieacademie, geassocieerd lid van de Vereniging Hogescholen te maken. De statuten zullen hiervoor gewijzigd moeten worden want de Politieacademie is geen gewone hogeschool, omdat er niet alleen hbo maar ook ander kwalificerend onderwijs aangeboden wordt. Bovendien is de Politieacademie onderdeel van een organisatie en valt zij niet onder de reguliere hogeronderwijs-wetgeving, al is in de Politiewet daar wel van afgekeken. Ondanks de verschillen die er zijn, zijn de overeenkomsten sterk. “Wij kunnen veel van elkaar leren en door samenwerking sterker worden”, aldus de Graaf, “Ik denk aan aansluiting in onderzoek, aan uitwisseling bij relevante opleidingen, aan kennisdeling en participatie van de politie in belangrijke ontwikkelingen in het hoger onderwijs.”
Ruimte geven, resultaat verwachten, dat zou wel eens een mooi motto kunnen zijn voor deze nieuwe samenwerking in het beroepsonderwijs. Daar zie ik naar uit!
Bijlage(n):
Speech Thom de Graaf bij opening studiejaar Politieacademie op 4 september 2017
6 september 2017
Herstel studenteninstroom Pabo lijkt voor tweede jaar door te zetten
De aanmeldcijfers voor de opleiding tot leraar basisonderwijs zitten in de lift. Dit jaar heeft de Pabo per 1 september 6.362 aanmeldingen gekregen van nieuwe studenten, dat zijn 407 studenten meer dan vorig jaar (een stijging van 6,8%). Het grootste deel van deze studenten, 278, start de Pabo in deeltijd (in totaal 1.464 deeltijdstudenten). Thom de Graaf, voorzitter van de Vereniging Hogescholen: “Ik ben blij dat het herstel van de instroom op de Pabo voor het tweede jaar lijkt door te zet. De Pabo kwaliteit gaat omhoog, nu ook de studenteninstroom.” Desalniettemin is er meer voor nodig om het lerarentekort aan te pakken.
Meer salarissen en minder werkdruk leraren
Hogescholen zijn ervan overtuigd dat het nijpende lerarentekort in het basisonderwijs niet enkel kan worden opgelost door het leraarsvak en de opleidingen meer onder de aandacht te brengen bij studiekiezers. Daar is meer voor nodig. Ook de waardering voor het beroep zou meer mogen worden uitgedragen door politiek en maatschappij. Leraren spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van kinderen en daarmee de toekomst van onze maatschappij. Hogescholen steunen daarom de acties voor een beter toekomstbeeld voor de pabo-studenten als leraar met een goed salaris en minder werkdruk.
Inzetten op kwaliteit en minder uitval
Hogescholen zijn positief over de stijgende aanmeldcijfers aangezien in 2015 de instroom bij de Pabo met 32% daalde door extra eisen die aan studenten werden gesteld. Sinds dat jaar worden instromende studenten getoetst op kennis over de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek. De kwaliteit van de studenten wordt hiermee verhoogd en daarmee is de verwachting dat er minder studenten uitvallen in het eerste studiejaar. Bij de instroom van de Pabo vorig jaar zagen hogescholen al een herstel van 8,2%, dit jaar lijkt deze trend door te zetten. De cijfers van vandaag betreffen de aanmeldingen per 1 september, in januari 2018 worden de definitieve cijfers van de instromende studenten bekend.
Meer meesters en meer etnische diversiteit
De afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor het feit dat er te weinig meesters voor de klas staan. Pabo’s hebben diverse acties ondernomen om meer mannen te interesseren voor het beroep leraar op een basisschool, en dat lijkt langzaam zijn vruchten af te werpen. Waren er vorig jaar op 1 september 1.635 mannen aangemeld, dit jaar 1.931 (+ 296). Maar niet alleen het gebrek aan meesters is een aandachtspunt, ook het aantal leraren van niet-westerse achtergrond op een hbo-lerarenopleiding blijft achter. Vorig jaar organiseerde de Vereniging Hogescholen een HBOdiscours met het thema ‘De leraar als rolmodel’. De bijeenkomst ging over de voorbeeldfunctie die leraren hebben naar de leerlingen in hun klas. En hoewel elke docent weer anders is, is het leerzaam voor leerlingen en studenten als leraren een afspiegeling vormen van de diversiteit in onze samenleving. Thom de Graaf sloot daarbij de middag af door aan te geven: “Meer diversiteit op de lerarenopleiding is een grote opdracht voor het hbo”.
7 september 2017
Vereniging Hogescholen en StartupDelta geven samen boost aan ondernemerschap op hogescholen
Tijdens de opening van het studiejaar op de hogeschool Saxion in Enschede hebben Thom de Graaf, voorzitter van de Vereniging Hogescholen en ZKH Prins Constantijn, speciaal gezant van StartupDelta een memorandum van overeenstemming ondertekend. Doel hiervan is om de al aanwezige aandacht voor ondernemerschap en ondernemerschapsonderwijs verder te stimuleren en uit te dragen. Belangrijke onderdelen van het memorandum zijn onder andere het stimuleren van een brede invoering van een topondernemersregeling om de combinatie studeren en ondernemen te vergemakkelijken, de invoering van een entrepreneurial master en de organisatie van Startup24 waardoor duizenden eerste- en tweedejaars studenten kennis kunnen maken met het ondernemerschap.
Daarnaast gaan de hogescholen meer samenwerken rondom ondernemerschapsonderwijs en het netwerk van student-ondernemers versterken. Hogescholen willen hun studenten en docenten faciliteren door incubatorprogramma’s te ontwikkelen en bestaande incubators breder toegankelijk te maken.
ZKH Prins Constantijn, speciaal gezant van StartUpDelta:
“Tijdens je studie moet je eigenlijk al met ondernemerschap in aanraking komen, zodat je kunt ervaren hoe het is om je eigen bedrijf te beginnen en nieuwe producten te ontwikkelen en in de markt te zetten. Een ondernemer als Jitse Groen en zijn Thuisbezorgd.nl is een fantastisch voorbeeld van een succesvolle student-ondernemer. Hij heeft veel werk verzet en daarvan kunnen volgende generaties profiteren. Hogescholen en universiteiten bieden echter nog te weinig ondersteuning en opleidingen. Ik ben daarom heel blij dat de Vereniging Hogescholen de handschoen oppakt om hogescholen te laten leren van elkaars goede voorbeelden en op die manier veel meer studenten te bereiken, vooral door middel van een 'top ondernemersregeling' naar het model van de 'top sporters regeling'.”
Thom de Graaf, voorzitter Vereniging Hogescholen:
“Het HBO is een belangrijke route naar het ondernemerschap. Hogescholen doen gelukkig al veel in onderwijs, begeleiding, ondersteuning en onderzoek om studenten daar optimaal voor toe te rusten. Maar we kunnen de kennis nog beter delen en de aandacht versterken. Daarom ben ik blij met de samenwerking met StartUpDelta. Dat schept nog meer kansen voor jonge ondernemende mensen.”
Saxion als voorbeeld
Tijdens de opening van het academisch jaar is op feestelijke wijze is de nieuwe incubatorruimte van Saxion in gebruik genomen. Het Centrum van Ondernemerschap van Saxion biedt 3.000 m2 ruimte en bijbehorende personele inspanning om vanuit de Stadscampus kansrijke student ondernemers te begeleiden. Voor de excellente studentondernemer gaat dit studiejaar de topondernemersregeling bij Saxion van start. Deze regeling biedt studenten de gelegenheid om studie en ondernemen te combineren. De student heeft de mogelijkheid om af te studeren op zijn eigen bedrijf, leerroutes zijn flexibel in te richten.
Bijlage(n):
MoU Verening Hogescholen en StartUpDelta 7 september 2017
Speech Thom de Graaf bij ondertekening MoU met StartUpDelta bij Saxion op 7 september 2017
15 september 2017
Meerwaarde ‘groen’ onderwijs voor toekomst Agro en Food sector
Gisteren sprak Thom de Graaf, voorzitter van de Vereniging Hogescholen, bij de opening van het jubileumjaar van Aeres Hogeschool in Dronten over de meerwaarde van het Agro en Food hbo aan de ontwikkeling van de topsector Agro en Food. Aeres bestaat dit jaar 60 jaar en dat werd gevierd met een symposium over de toekomst van de Agro en Foodsector en de meerwaarde van het ondernemerschap van het ‘groene’ hbo in deze sector.
Het ondernemerschap en de innovatiekracht van Agro en Food sector is toonaangevend. Het is een gebied waar het Nederlandse bedrijfsleven en kenniseconomie in uitblinkt en daarom is Agro- en Food een van de negen topsectoren. Om de leidende positie in de agro en foodsector vast te houden en uit te bouwen kan het hbo een belangrijke rol spelen. De hogescholen hebben toegevoegde waarde, met het onderwijs, de aandacht voor innovatie en met het praktijkgerichte onderzoek bij bijvoorbeeld innovatieve oplossingen voor de productie van duurzame en hoogwaardige voeding, maar ook om duurzame voedselketens waarin mens dier en natuur centraal staan, te ontwikkelen. De Kenniscoalitie, waar de Vereniging Hogescholen deel van uit maakt, heeft het kabinet gevraagd tenminste een miljard euro extra te investeren in onderzoek en innovatie, waaronder een structurele impuls voor het onderzoek van maatschappelijke thema’s van de Nationale Wetenschapsagenda, waarvan de route duurzame productie van gezond en veilig voedsel er één is.
Groen onderwijs van EZ naar OCW
De Graaf riep het toekomstige kabinet op werk te maken van de overgang van de Agro en Food hogescholen van het ministerie van EZ naar OCW. “Bij de formatie zal hoop ik worden besproken of het groen onderwijs van het ministerie van EZ naar OCW wordt overgeheveld. De Tweede Kamer steunde met meerderheid een motie, de ministers zijn niet tegen, maar het besluit ligt op het bordje van het nieuwe kabinet; dat moet de overheveling regelen. Ik wil de formateurs nadrukkelijk meegeven dat hogescholen hier voorstander van zijn omdat op deze wijze het integrale beleid wordt versterkt, de aansluiting beter wordt en de bekostiging van de ‘groene hogescholen’ gelijk wordt gesteld met andere hogescholen. Met de toekomstige bewindspersoon ondernemen we graag de volgende stappen om dit te kunnen gaan regelen. Want deze overgang is in het belang voor het hbo in het algemeen, maar vooral in het belang voor deze sector zelf.”
Voorinvesteringen gaven impuls aan kwaliteitsslag; hogescholen zetten lijn door
De hogescholen hebben de afgelopen jaren een enorme kwaliteitsslag geleverd en die ontwikkeling gaan ze doorzetten. Met de middelen die vrijgekomen zijn vanuit het studievoorschot hebben de hogescholen voorinvesteringen gedaan om de kwaliteit van het onderwijs nog meer te verhogen. Niet alleen het beroep maar ook het onderwijs digitaliseert in hoog tempo. Deze majeure veranderingen vragen om aanpassing van curricula. “Samen met SURF en de VSNU werken we aan een 'Versnellingsplan' om de voordelen van digitalisering in het hoger onderwijs maximaal uit te nutten”, aldus De Graaf. Hij benadrukte daarbij nogmaals dat de Vereniging Hogescholen met de nieuwe minister van onderwijs afspraken wil maken over het doorzetten van die lijn; intensiever en kleinschalig onderwijs, betere begeleiding van studenten, focus op talentontwikkeling, moderne onderwijsfaciliteiten en digitalisering, en de professionalisering van docenten. De Graaf: “Zaken waar de hogescholen met hun voorinvesteringen al vol op inzetten. Om zo verder te bouwen aan de meerwaarde van het hbo, in economische maar zeker ook in maatschappelijke zin.”
19 september 2017
Reactie Vereniging Hogescholen op OCW begroting 2018
Hogescholen zijn positief dat de eerste opbrengsten van het studievoorschot in de begroting voor 2018 zijn opgenomen. “Om de voorinvesteringen in onderwijskwaliteit te continueren is dit noodzakelijk. Wij roepen het nieuwe kabinet op de opbrengsten van het studievoorschot ook de komende jaren in te zetten zoals eerder is afgesproken, en de tegenvallers op de OCW-begroting op te lossen. Studenten betalen meer voor hun studie en verwachten met recht dat deze middelen ingezet worden voor de kwaliteit van het hoger onderwijs”, aldus Thom de Graaf, voorzitter Vereniging Hogescholen in reactie op de vandaag gepresenteerde begroting 2018 van het ministerie van OCW. Daarnaast noemt Thom de Graaf het extra geld dat komend jaar wordt uitgetrokken voor salarissen van basisschoolleraren “Terecht”.
Samenwerken met studenten, docenten en beroepenveld
De eerste opbrengsten van het studievoorschot die zijn opgenomen in de begroting voor 2018 zijn noodzakelijk om de voorinvesteringen, voor intensiever en kleinschaliger onderwijs, te continueren. Hogescholen hebben de afgelopen drie jaar extra geïnvesteerd in de onderwijskwaliteit vanwege de invoering van het studievoorschot. Voor de komende jaren willen de hogescholen samen met studenten, docenten en het beroepenveld de kwaliteitsambities doorzetten zonder top-down prestatieafspraken en extra bureaucratiekosten. Hogescholen maken zich zorgen over de oplopende tekorten op de begroting van het ministerie van OCW.
Onderwijs en onderzoek
Om de kwaliteit van onderwijs en onderzoek te versterken investeren hogescholen ook in praktijkgericht onderzoek waarbij studenten, docenten en lectoren met bedrijven en organisaties samenwerken aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Hogescholen maken zich zorgen over de oplopende tekorten op de begroting van OCW. Hogescholen participeren in de Kenniscoalitie en bepleiten bij het nieuwe kabinet gezamenlijk majeure investeringen, zowel publiek als privaat, voor uitvoering van de Nationale Wetenschapsagenda.
Steun voor leraren
Hogescholen steunen de acties voor meer salaris voor basisschoolleraren. Dat het demissionaire kabinet nu 270 miljoen euro uittrekt op de begroting van 2018 vinden hogescholen dan ook een positieve stap. “Extra geld dat naar de lerarensalarissen in het primair onderwijs gaat is terecht. Het leraarsvak meer waarderen is van belang voor het imago van de sector, voor onze toekomstige instroom en voor onze afgestudeerde Pabo-studenten”, aldus Thom de Graaf.
25 september 2017
Meerwaarde praktijkgericht onderzoek voor oplossen van stedelijke vraagstukken
Op initiatief van Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA en de Vereniging Hogescholen, kwam vandaag een divers gezelschap van belanghebbenden op het gebied van praktijkgericht onderzoek en grootstedelijke vraagstukken bijeen. Verschillende sprekers, waaronder Marja van Bijsterveldt, burgemeester van Delft, Thom de Graaf en Michaël van Straalen, lichtten toe hoe zij praktijkgericht onderzoek van het hbo inzetten voor deze vraagstukken.
Eerder dit jaar is de City Deal 'Kennis Maken' ondertekend, die inzet op een versnelling van de oplossing van maatschappelijke opgaven van steden door hierbij op grote schaal onderzoekers, docenten en studenten te betrekken.
Belangrijke bijdrage hogescholen
Volgens Thom de Graaf, voorzitter van de Vereniging Hogescholen, leveren hogescholen met onderzoekers, docenten en studenten een belangrijke bijdrage aan het oplossen van stedelijke vraagstukken. Aan hogescholen wordt de professional van de toekomst opgeleid. Door in de buitenwereld onderzoek te doen leren de studenten kritisch te reflecteren, kansen te zien om te innoveren en bruikbare nieuwe kennis te ontwikkelen. De onderzoekers van het hbo werken samen met collega’s uit bedrijven, publieke instellingen en overheden aan vraagstukken waar deze partners in hun praktijk tegen aan lopen. In heel Nederland zijn inmiddels veel voorbeelden van praktijkgericht onderzoek in de stad. “Recent is er een nieuw initiatief gestart, namelijk de City Deal ‘Kennis Maken’. Tien (studenten)steden zijn hierbij aangesloten via het Netwerk Kennissteden. De Ministeries van BZK en OCW, VSNU en Vereniging Hogescholen zijn hiervan partner”, aldus Thom de Graaf.
Gemeente Delft en City Deal ‘Kennis maken’
De gemeente Delft is één van die tien steden. Burgemeester van Delft én lid van het Netwerk Kennissteden, mevrouw Marja van Bijsterveldt, lichtte toe welke meerwaarde deze aanpak biedt voor haar stad.
'n de Delftse spoorzone verrijst een compleet nieuwe woonwijk, of beter gezegd: een leefwijk waar gewoond, gewerkt en ontspannen wordt. Hoe kunnen we die wijk duurzaam inrichten? Dat doen we onder meer door hogeschool- studenten en scholieren daarbij te betrekken. Zij gaan in de wijk aan de slag om antwoorden te vinden op een vraag als: Welke nieuwe duurzaamheidsconcepten kunnen we in deze wijk toepassen?'
De aanpak via de City Deal biedt de stad aan als rijke leeromgeving voor onderwijs en onderzoek, waardoor je, de maatschappelijke betrokkenheid van studenten en docenten vergroot, en je als gemeente, beter onderbouwd plannen voor de stad kunt maken.
Meerwaarde praktijkgericht onderzoek in stad
Paul Rutten, Lector Creative Business aan de Hogeschool Rotterdam, vertelde hoe praktijkgericht onderzoek van het hbo bijdraagt aan retailinnovatie in Rotterdam. Het project Retailinnovatie in Rotterdam wil de innovatiekracht van MKB retailbedrijven in de Rotterdamse binnenstad versterken door concrete en toepasbare concepten en diensten te ontwikkelen, direct voor de retailers en voor de context waarin ze hun nering drijven: de Rotterdamse binnenstad. Daarnaast stelt het project ook interventies voor die zijn gericht op innovatie van het Rotterdamse binnenstedelijke winkelgebied. Een belangrijk doel is om studenten van verschillende opleidingen van de Hogeschool Rotterdam ervaring te laten opdoen met een multidisciplinaire aanpak van een complex en actueel praktijkprobleem (wicked problem) en tegelijkertijd praktijkgericht onderzoek en het onderwijs verder te ontwikkelen ten dienste van innovatie en ontwikkeling in Rotterdam.
In Amsterdam heeft de Hogeschool van Amsterdam veel ervaring opgedaan met praktijkgericht onderzoek in de stad. Lector Coördinatie Grootstedelijk Vraagstukken Stan Majoor lichtte de werkwijze van fieldlabs in de stad toe. De HvA draagt bij aan het oplossen van grootstedelijke vraagstukken door haar onderwijs en onderzoek af te stemmen op wat er speelt in de metropoolregio Amsterdam. De programmering en uitvoering van het onderzoek vindt plaats in deze fieldlabs: geografische gebieden waarbinnen met stakeholders langlopende afspraken zijn gemaakt over een onderzoeks- en innovatieagenda.
De onderzoekers en partners zijn lovend over de mogelijkheden van praktijkgericht onderzoek. Maar hoe kijkt de student aan tegen deze aanpak? Nils van Kampen van Hogeschool Rotterdam en Jamie Rijff, afgestudeerd aan Hogeschool van Amsterdam, kwamen met de concrete voorbeelden van oplossingen die zij hebben bedacht voor respectievelijk de retail en de stad.
Investeren
Na deze inspirerende cases ging het publiek met elkaar in gesprek over de mogelijkheden van praktijkgericht onderzoek voor de stad. Hoe kan samenwerking tussen stad en hogeschool bijdragen aan thema's die nu in de stad spelen? Welke ervaring heeft men met samenwerking tussen de stad en de hogeschool? En welke kansen biedt het? Investeren blijkt daarin de grote gemeenschappelijke deler. Investeren in netwerken, in flexibiliteit van curricula en onderwijsperiodes, investeren in borging, verankering en zekerheden, en investeren in de vraagstelling en innovatie in ‘tussenruimte’.
Netwerken
Voorzitter van regieorgaan SIA, Michaël van Straalen, nodigde de aanwezigen uit om vooral te netwerken, samen verder te werken en te investeren in praktijkgericht onderzoek voor steden en voor de vele andere thema’s waarvoor SIA-middelen inzet. Volgens van Straalen mag dat schuren en verwarring creëren. Studenten zijn de verbinders naar de praktijk. Zij zetten hun kennis en vaardigheden in de praktijk in en vormen de innovators van de toekomst. Het is belangrijk voor hen de verbinding met de praktijk zo vroeg mogelijk aan te reiken. Daarom is het goed, volgens van Straalen, in de gehele kolom van mbo tot hbo tot wo met elkaar samen te werken. Het bedrijfsleven moet een wezenlijke bijdrage leveren aan praktijkgericht onderzoek en het dan ook vervolgens in de praktijk brengen.