14 MEI 2017
Succesvoller van mbo naar hbo
Vandaag hebben 250 mbo- en hbo-studenten hun doorstroomplannen aan minister Bussemaker (OCW) gepresenteerd om het studiesucces van mbo-ers op het hbo te vergroten. Hun voorstellen betreffen onder meer bootcamps, skillcoaches, een doorstroom app, een education festival en een studievereniging speciaal voor doorstromers.
In december 2016 nodigde de minister in het kader van het Actieplan Gelijke Kansen studenten uit om vier maanden lang in de huid van schooldirecteuren te kruipen om plannen te maken om het studiesucces van mbo’ers op het hbo te vergroten. Voor de uitvoering van de gepresenteerde voorstellen - 29 in totaal - stelt minister Bussemaker in totaal €11 miljoen beschikbaar (zie subsidie Versoepelen doorstroom mbo-hbo).
Projecten
In vele regionale samenwerkingsprojecten spannen hogescholen zich samen met het mbo en het vo in om de doorstroom verder te verbeteren. Zo is er in het noorden van het land een Regionaal convenant doorstroom mbo – hbo gesloten. Dit convenant is slechts een voorbeeld van de vele initiatieven van hogescholen om de toenemende uitval van mbo-studenten in met name het eerste jaar op het hbo een halt toe te roepen. Zie bijvoorbeeld:
- Doorstroomprogramma mbo-pabo gelanceerd bij Hogeschool Rotterdam
- Windesheim minoren en multidisciplinaire projecten
- Succesvol schakelen naar hbo-logistiek
- Met vertrouwen aansluiten
Subsidie
Voor verbetering van de regionale samenwerking van het hoger onderwijs met scholen en mbo's in de regio stelt het ministerie van OCW voor de jaren 2018-2021 €32 miljoen beschikbaar.
(Foto: ministerie van OCW)
Berichtgeving Vereniging Hogescholen over StudentenLab
Aanmelding voor StudentenLab doorstroomsubsidie mbo-hbo geopend - 31 maart 2017
Subsidieregeling mbo-hbo doorstroom bekend - 16 maart 2017
16 MEI 2017
Diversiteit maakt het verschil
Vandaag publiceert de Vereniging Hogescholen nummer 6 in de essay-reeks, waarin twee beschouwingen zijn opgenomen over het brede en complexe thema van een diverse populatie met vele culturele achtergronden in de hogeschool. Bestuursvoorzitter van Inholland, Jet de Ranitz, buigt zich in haar essay over de opgaven binnen de hogescholen en stelt een stevige aanpak voor die langs vier lijnen loopt: onderwijsvisie en -beleid, onderzoek, personeelsbeleid en een open en veilig schoolklimaat. Youssef Azghari reflecteert op zijn eigen Marokkaanse geschiedenis, de maatschappelijke opdracht van de hogeschool in zichzelf en een kans op een betere wereld. Youssef Azghari wijst hierin met zorg op een nieuw conservatisme onder zowel autochtone als Marokkaanse Nederlanders. Hij pleit voor een nieuw ‘vak’ in het hbo-curriculum waarin kritisch denken, kernwaarden van de rechtsstaat, omgaan met diversiteit en reflectie op de eigen identiteit centraal staan.
Diversiteit vormt een perspectief op de toekomst maar is ook een actueel probleem binnen het hoger beroepsonderwijs. In de aansluiting van voorbereidend onderwijs en hbo scoren jongeren van niet-westerse afkomst slechter, hun uitval is groter en hun studiesucces overall lager. De Ranitz beschrijft de cultuur binnen de hogeschool alsnog vaak overheersend ‘wit’, hetgeen weerspiegeld wordt in de samenstelling van het docentencorps.
Oproep tot gelijkheid in diversiteit
De Ranitz roept in vervolg op haar publicatie op tot het nemen van een volgende stap in deze complexe thematiek: “Ik roep mijn collega’s in het hoger onderwijs op om samen op te trekken in dit vraagstuk en te komen tot een gezamenlijk manifest om de gelijkheid in diversiteit en de vertegenwoordiging, de progressie en het succes van de medewerkers en studenten met een niet-westerse achtergrond in het hoger onderwijs te verbeteren. Ik noem daarbij als voorbeeld aan de ECU’s Race Equality Charter (REC) die in de UK is ingesteld en waarbij hoger onderwijsinstellingen zich qua aanpak committeren aan een vijftal gezamenlijk vastgestelde beginselen, maar ook het charter van de Stichting van de Arbeid en het initiatief van de stad Rotterdam 010inclusief."
Zorg over nieuw opkomend conservatisme
Youssef Azghari wijst met zorg op een nieuw conservatisme onder zowel autochtone als Marokkaanse Nederlanders. Hij haalt Erasmus en Spinoza aan in zijn pleidooi voor een nieuw vak in het hbo-curriculum waarin kritisch denken, kernwaarden van de rechtsstaat, omgaan met diversiteit en reflectie op de eigen identiteit centraal staan.
Aanleiding tot verder denken en handelen
Thom de Graaf, voorzitter van de Vereniging Hogescholen: “Deze essays geven aanleiding tot verder denken, tot debat, tot verder handelen. Bestuurders en docenten moeten daarbij vooroplopen! Ik ondersteun van harte het initiatief van Jet de Ranitz om met collega-bestuurders te komen tot een gezamenlijke aanpak. Het “Equality charter higher education” dat in de UK is geïnitieerd zou een mooi voorbeeld kunnen zijn”.
De Vereniging Hogescholen organiseert op 4 oktober een symposium over dit thema.
Over de auteurs
Drs. Jet de Ranitz is bestuursvoorzitter van Hogeschool Inholland. Voor haar aantreden bij Hogeschool Inholland was Jet de Ranitz voorzitter van het College van Bestuur van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, zakelijk directeur van het Nederlands Dans Theater te Den Haag en daarvoor directeur van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen aan de Universiteit van Tilburg. Daarnaast is De Ranitz onder meer toezichthouder bij de NTR en Holland Festival.
Drs. Youssef Azghari is opiniemaker, publicist, docent aan Avans Hogeschool en promovendus bij Tilburg University. Als expert op het gebied van interculturele communicatie en diversiteit schreef hij 'Cultuurbepaalde communicatie' (2007) en 'Aan de slag met diversiteit' (2009). Recent verscheen zijn boek 'Mijn Jihad. Waarom de westerse waarden niet botsen met de islam'. In dit essay gaat Azghari in op zijn eigen Marokkaanse achtergrond en schetst een beeld van de grote verschillen tussen de eerste en tweede generatie Marokkaanse Nederlanders en de problemen waarmee ze worstelen.
Bijlage(n):
17 MEI 2017
Tevredenheid hbo-studenten onverminderd hoog
Voor het zevende opeenvolgende jaar is de tevredenheid van studenten over hun studie in het hoger beroepsonderwijs gestegen. Ruim driekwart van de voltijdstudenten (75,2%) geeft aan tevreden of zeer tevreden te zijn over de studie op de hogeschool. In de voorgaande jaren lag dat percentage op 66,6% (2012), 67,3% (2013), 69% (2014) en 72,4% (2015) en 74,9% (2016). Dit blijkt uit de Nationale Studenten Enquête (NSE) 2017 die vandaag is verschenen. Thom de Graaf, voorzitter van de Vereniging Hogescholen: ‘Het is mooi dat de resultaten van de NSE van de afgelopen 6 jaar een continue verbetering laten zien. En er zijn een aantal onderdelen die ondanks een verbeterde score nog steeds een punt van kritiek zijn. Dat houdt de hogescholen scherp in de continue aandacht voor het verder verhogen van de kwaliteit.’
Studenten tevreden over voorbereiding op beroepsloopbaan
De NSE is een grootschalig landelijk onderzoek waarin jaarlijks studenten uit het hoger onderwijs hun mening geven over hun opleiding. Maar liefst 39,7% van de voltijdstudenten van hogescholen deed mee aan de enquête. Uit de NSE 2017 blijkt dat hbo-studenten vooral (zeer) tevreden zijn over de verworven algemene vaardigheden (70,5%); denk aan een kritische houding, probleemoplossend vermogen, samenwerken en communicatieve vaardigheden. Ook scoren de studenten hoog op de voorbereiding op de beroepsloopbaan en de stage-ervaring (respectievelijk 64,4% en 74,7%).
Aandacht voor stagebegeleiding
Kritiek is er ook. Deze richt zich vooral op ’informatie vanuit de opleiding’, stagebegeleiding vanuit de opleiding, studieroosters en de mate waarin opleidingen internationaal gericht zijn. Dit laatste punt wordt voor het eerst gemeten in de NSE. Over deze onderwerpen zijn hbo-studenten het minst vaak tevreden, al zijn ook op deze terreinen studenten positiever dan een jaar geleden.
Bekijk onze factsheet voor een uitgebreide analyse
Bijlage(n):